Zomerkamp Scouts

Zaterdag 7 juli

Het was een lange reis; eerst werden de Scouts door de ouders met de auto naar Antwerpen gebracht, en van daar gingen het per trein heel België door, Luxemburg in, naar het plaatsje Clervaux. Op weg naar Antwerpen stond er al een flinke file, zodat de Scouts al met al pas aan het eind van de middag op het kampterrein aankwamen. Nadat de tenten van de drie ploegjes waren opgezet, was het al direct tijd voor het avondeten.

Gelukkig hoefden de Scouts dat niet zelf te verzorgen, zij werden namelijk door de Don en zijn familie van maffiosi uitgenodigd voor een welkomstmaaltijd in (hun) Pizzeria Pinnochio. Al snel werd het duidelijk dat het vooral de Don een nogal fragiele gezondheid heeft en het vooral zijn zoon Giuseppe is die de zaken regelt. Hij probeerde al direct de Scouts in te palmen door ze (zwart) geld toe te stoppen.

Bij het diner waren ook diverse andere bewoners aanwezig. Vanzelfsprekend de twee koks, de lokale priester Papa Piedro, en nog een vriend van de familie die al wat te veel vino op had. Dat was niet slim; de maffia is in eeuwige strijd verwikkeld met de carabinieri, de Siciliaanse politie. De bevolking is daarom tot op het bod verdeeld tussen die twee partijen en iedereen moet op zijn hoede zijn zichzelf niet voorbij te praten. Deze persoon deed dat met haar gelal: alhoewel ze zich voordeed als vriend van de familie, bleek ze ook voor de carabinieri te werken. Giuseppe nam haar direct mee achter de tent en we hoorden drie luide knallen.

Later op de avond, toen we het terrein hadden verkend, zagen we hoe Giuseppe een nogal macabere zak aan het begraven was. Dat het menens is, was toen direct wel duidelijk. Maar, zo vertelde Giuseppe, als je besluit om voor de maffia te werken kan je daar stinkend rijk mee worden. En met die overweging gingen de Scouts voor de eerste nacht hun tent in.

Zondag 8 juli

Zondag stond in het teken van de verdere kampopbouw. De tenten stonden dan wel, er moest ook nog een keukentafel gepioneerd worden en een vuurtafel gemaakt. Ondanks de regen ging dat allemaal erg vlot.

De Scouts zouden deze week doorbrengen in drie families: de Diavolo, bestaande uit Nienke, Charlotte, Kim en Julia; de Napolitana, bestaande uit Jet, Willem, Sharon en Annemijn; en de Siciliano, bestaande uit Sophie, Juliëtte, Geert en Teun.

Na de lunch, toen de Scouts begonnen aan hun vuurtafel, kwam er ineens een busje van het “Flower Beauty Institute” langs, maar dit bleek al snel een briljante vermomming te zijn voor niemand minder dan de FBI. De Amerikaanse veiligheidsdiensten voerden samen met de carabinieri een operatie uit tegen de maffia, zo vertelden de FBI-agente (haar naam was classified) en de Italiaanse commandante. Zij waren op zoek naar hun informant. Of de Scouts iets gezien hadden?

Ook de arm der wet deed een beroep op de Scouts. Tegen een kleine vergoeding zouden de Scouts goed kunnen helpen in de strijd tegen de maffia. En zij zouden uitbetaald worden in echt geld, in plaats van het zwarte geld van de maffia – en dat is uiteindelijk hetgene wat telt.

Toen de vuurtafels eenmaal stonden, begonnen de Scouts aan hun eerste maaltje op houtvuur. Gelukkig was het zonnetje ‘s middags alweer doorgebroken, dus dat ging best aardig en toen de afwas gedaan was, was er nog tijd zat voor een avondspel. De Scouts moesten enveloppen smokkelen met een onbekend bedrag aan zwart of wit geld. Wat ze overbrachten, mochten ze houden.

Toen het spel er eenmaal op zat, gingen we nog even bij het kampvuur zitten. Daar was Giuseppe weer, samen met zijn consiglieri Maximo, de persoon bij wie zwart geld kan witwassen. Toen bleek ook direct het nadeel van zwart geld: alhoewel er bij de maffia veel meer te verdienen valt, gaat er bij het omwisselen naar wit geld weer een hoop verloren. Twijfelend over bij wie ze het meeste konden verdienen, gingen de Scouts toen voor de tweede nacht hun tent in.

Maandag 9 juli

Tijdens de biecht op zondag was Papa Piedro zo geschrokken van het zondige leven van de Scouts, dat hij besloot hen op bedevaartstocht te sturen. In de voetsporen van de heilige Sint Remigius zouden de Scouts hun geweten weer kunnen zuiveren.

Al snel bleek dat de strijd tussen de maffia en de carabinieri doordringt in alle aspecten van het Siciliaanse leven. Zowel de maffia als de FBI deelden via respectievelijk pizza- en bloemenbezorgers in het geheim opdrachten uit. En de Scouts waren nog maar net aan hun heilige missie begonnen of ze werden al benaderd door Giuseppe om drugs te helpen verbergen voor de carabinieri. Dat dat geen vreemde gedachte was En niet veel later in hun tocht was er ineens een controle van de commandante met zijn aiutante Angelina die hen ondervroeg over verdachte activiteiten. Toen werd duidelijk voor wie de Scouts kozen. De Diavolo leverden de coke direct in, terwijl de Napolitana en de Siciliano hun kaken stijf op elkaar hielden.

De bedevaartstocht bleek niet makkelijk, maar met een beetje zoeken en proberen konden de Scouts hun route door het heuvellandschap toch goed vinden. Uiteindelijk kwamen ze bij het hoogtepunt van de toch voor Sint Reigius: de kapel van Weicherdange. Maar daar bleken Giuseppe, Maximo en de maffiadochter Francesca ze al weer staan op te wachten om de drugs in ontvangst te nemen.

Helaas bleken de Scouts tijdens de eindsprint terug naar het kampterrein wel erg makkelijk over de stripkaart te denken en raakten ze al snel de weg kwijt. Na een lange omzwerving kwamen ze alsnog veel later dan gepland bij hun tent aan. Gelukkig hoefden ze niet zelf te koken.

‘s Avonds waren de Scouts nog getuige van een drugstransactie met twee auto’s. Dit bleek echter doorgestoken kaart. Een van de partijen was namelijk de FBI, en de carabinieri had alles in de smiezen. De maffia wist nog maar net te ontsnappen.

Dinsdag 10 juli

Het kan niet gezegd worden dat de Don de gesaboteerde drugsdeal licht opnam – sterker nog, hij voelde zich knap beroerd. Om hem op te vrolijken, ging de Siciliano een pizza voor hem bakken terwijl de Napolitana een nieuwe manier gingen ontwikkelen om drugs in pizza’s te smokkelen. En de Diavolo’s gingen aan de slag met wafels om in de gunst te komen van de FBI. Dat duurde wel de hele ochtend, maar toen lag er ook een pizza waar de Don weer flink van opknapte.

Na het rustuurtje kregen alle drie de ploegjes elk hun eigen opdracht. De Diavolo’s hadden van de pizzamaaltijd gebruik gemaakt om het bestek en het bord van de Don mee te nemen zodat ze die konden onderzoeken op vingerafdrukken. De Siciliano ontwikkelden in de tussentijd een geheimschrift voor de maffia, en de Napolitano bouwden op verzoek van de maffia een stake-out om de biecht van Maximo af te kunnen luisteren – en dat leverden hen nog een zeer interessante tip op over de wisselkoers van het zwarte geld.

Na het avondeten het tijd voor het grote wit-geld-zwart-geldspel waarbij de Scouts steeds bij de ene post wit geld konden omruilen voor de dubbele hoeveelheid zwart geld, en bij de andere post juist zwart geld konden omzetten in twee keer zo veel wit geld. Alleen liepen er ook tikkers rond die het zwarte geld konden afpakken. Het was dus zaak strategisch in te wisselen.

De opbrengst van dit spel telde gelukkig niet mee met de score voor het kamp, want dan hadden de Siciliano er ineens meer dan veertig miljoen lires bijgekregen. Het verdiende geld kon in plaats daarvan worden ingezet voor de veiling later die avond, waarbij allerlei handige (rugzakstoeltjes), leuke (een fles cola) en nuttige (hulp bij de inpsectie) dingen werden geveild. En zo kwam er ook aan deze dag weer een eind en kropen de Scouts voor de vierde keer hun slaapzak in.

Woensdag 11 juli

Woensdag besloten we er weer op uit te trekken, naar Luxemburg city welteverstaan. De weg naar het staion gebruikten we gelijk even om een kijkje te nemen in het abdij-museumpje. Erg interessant om te zien wat die monikken allemaal doen.

Eenmaal in Luxemburg – waar het ondertussen aardig was begonnen te regenen – moesten de drie ploegjes eerst aan de slag met hun geheime missies: de maffia wilde van de Siciliano zo veel mogelijk foto’s van pizzeria’s en van de Napolitana zo veel mogelijk foto’s van banken. De Diavolo’s hadden als taak om de opdrachten van de andere ploegjes te achterhalen, maar dat was niet al te lastig aangezien de PL’s dat openlijk met elkaar bespraken. Daarna was het tijd om nog eens rustig rond te kijken bij de McDonald’s, de Quick en al het andere moois dat Luxemburg te bieden heeft. En toen was het weer tijd om terug te gaan naar Clervaux.

Op dat moment sloeg toch een beetje de twijfel toe bij de Scouts. Ze hadden namelijk ‘s ochtends braaf hun zwemkleding ingepakt en daar de hele dag mee rondgesjouwd, maar we waren niet wezen zwemmen. En nu was de dag alweer bijna om …

Eenmaal in Clervaux bleek dat we toch naar het zwembad liepen in plaats van het kampterrein om een frisse duik te nemen en na een halve week kamp een keertje lekker onder de douche te gaan. Toen we uiteindelijk laat en hongerig weer op het kampterrein kwamen, bleek pizzeria Pinnochio gelukkig open te zijn.

Maar we zaten nog niet lang aan tafel of de FBI-agente kwam binnenlopen met een verontrustende mededeling voor Giuseppe: samen met de carabinieri had de FBI achterhaald hoe de hele operatie in zijn werk ging, tot aan de nieuwe drugs-in-pizza-technologie aan toe. De arrestatie van Giuseppe was onvermijdelijk, tenzij … tenzij hij tegen de Dom zou getuigen. Hij had tot ‘s avonds tien uur om zijn keuze te maken. Met die overweging liet de FBI-agente Giuseppe achter, die flink in paniek raakte. Hij had bepaald geen zin om achter de tralies te verdwijnen, maar de Dom verraden? Dat nooit! Hij zag nog maar één uitweg: de FBI-agente omkopen.

Maar toen het ‘s avonds zo ver was en de FBI-agente weer ten tonele verscheen, bleek ze niks te moeten hebben Giuseppes zwarte lires, hoe veel hij ook bood. Toen sloeg de paniek pas echt toe bij Giuseppe. Met een paar harde knallen zakte de FBI-agente in elkaar en vluchtte Giuseppe de nacht in. Toen even later de commandante ten tonele verscheen volgde een erbarmelijke klaagzang, maar er was niks meer wat hij kon doen. Medogenloos had de maffia weer een slag gewonnen.

Donderdag 12 juli

Ook donderdag bleven we niet op het terrein. Na het openen werde de drie groepjes in drie auto’s naar drie locaties gebracht. De opdracht: zoek uit waar je bent en zorg dat je zo snel mogelijk bij de centrale post komt. Ondertussen goot het bakken uit de hemel, maar gelukkig zijn onze Scouts niet van suiker en dapper gingen ze op weg. De tocht door het Luxemburgse landschap voerde over heuvels, langs wegen en via de supermarkt waar de Scouts zelf hun avondmaal konden bepalen. Gelukkig brak na een paar uur al weer de zon door en werd het alsnog een stralende dag.

Na een zware dag was het ‘s avonds tijd om op een rustige manier wat geld bij elkaar te sprokkelen in het clandestiene casino van de maffia. Door sommige Scouts werd grof geld verloren en verdiend bij het blackjack, poker, roulette en pim-pam-pet, alhoewel de meeste Scouts toch wel voorzichtig waren met inzetten.

Zo hadden we een rustige en relaxte avond, en terwijl de laatste restjes geld werden geteld en ingewisseld zat iedereen bij het kampvuurtje al een beetje in te dutten … toen er ineens geschreeuw en harde knallen klonken. Een inval van de carabinieri! Voordat we goed en wel doorhadden wat er gebeurde was Giuseppe in de boeien geslagen en gearresteerd op verdenking van drugshandel, witwassen en moord.

Vrijdag 13 juli

Vrijdag de dertiende, en de ochtend begon dan ook onstuimig in de stromende regen en vreemde gebeurtenissen. Gelukkig kwam alles weer op zijn pootjes terecht en konden we alsnog gaan ontbijten.

omdat het kamp alweer bijna ten einde liep, gingen we die ochtend alvast de dingen afbreken die niet meer strikt noodzakelijk waren: de keukentafels en de vuurtafels. En na het rustuurtje volgden ook alvast twee tenten.

‘s Middags was er nog een laatste kans om geld te verdienen. De maffia hadden een nieuwe smokkelmethode bedacht waarbij ze drugs hadden verstopt op plekken in het bos die met GPS-coördinaten waren aangegeven. De Siciliano en de Napolitana moesten zo veel mogelijk van deze plekken zien te vinden, terwijl de Diavolo de gevonden drugs daarna weer probeerden af te pakken. Een klein verborgen sleuteltje speelde daarbij een sleutelrol, en daar tekende zich dan ook een flinke strijd om af met dubbel verraad.

‘s Avonds stond traditioneel de barbecue op het programma, alhoewel de traditie eigenlijk voorschrijft dat het dan lekker weer is terwijl nu het water met bakken uit de hemel kwam. Onder een paar zeiltjes wisten we het gelukkig prima droog te houden. Na de barbecue was het tijd voor de bonte avond, waar alle ploegjes en een gelegenheidssamenwerking zich van hun beste kant lieten zien.

Uiteindelijk brak het moment aan waar het allemaal om draaide. Met handboeien aan werd Giuseppe door de commandante en zijn aiutante naar binnen geleid en in de beklaagdenbank geplaatst, bijgestaan door Maxima. Vervolgens kwam de rechter binnen en kon het proces beginnen.

De commandante legde een voor een de bewijsstukken voor die duidelijk moesten maken met wat voor een ongure zaakjes Giuseppe zich bezig hield: een schep met vingerafdrukken, zakjes coke, noem maar op. Ook werden de PL’s als getuige opgeroepen. Maar helaas voor de aanklagers bleken die last te hebben van een nogal selectief geheugenverlies. Ook wist Maxima met succes veel van het bewijsmateriaal in twijfel te trekken. De twee partijen waren duidelijk aan elkaar gewaagd.

Toen de jury moest stemmen over de schuld van Giuseppe, was het dan ook lang niet duidelijk wat de uitslag zou worden. De rechter begon de briefjes één voor één te tellen: schuldig, niet schuldig, niet schuldig, schuldig, schuldig niet schuldig, niet schuldig, niet schuldig, schuldig, schuldig, niet schuldig, niet schuldig … Met een enkele stem verschil werd Giuseppe uiteindelijk vrijgesproken.

Het was duidelijk, de maffia had met vlag en wimpel gezegvierd, en dat bleek ook toen vervolgens bekend werd gemaakt welke familie het kamp had gewonnen: de Siciliano!

Normaal eindigt een kamp daarmee, maar in dit geval was er nog een twist: na vele jaren stoppen Meike, Tim en Marcel als Scoutsleiding terwijl Adinda, Iris en Max het stokje overnemen. Een kleine plechtigheid was dus nog op zijn plaats.

Daarna was het toch echt tijd om voor het laatste nachtje in de slaapzak te kruipen, met z’n allen in één tent. Zaterdagmorgen hebben we nog met zijn allen keihard gewerkt om de drijfnatte spullen in te pakken en daarna zijn we weer met de trein naar Antwerpen gegaan, waar de ouders ons al stonden op te wachten om ons naar het clubhuis te brengen.