Zomerkamp 2002; Niet ouwehoeren, maar doortoeren!

6 Scouts. Zo veel gingen er dit jaar mee op zomerkamp. In vergelijking met voorgaande jaren was dat wel een beetje weinig, dus besloten we om een andere invulling aan het zomerkamp te geven. Normaal gesproken gaan we namelijk naar een kampterrein in België of Luxemburg, waar we een week lang blijven staan. De verschillende patrondes strijden daar dan tegen elkaar. Maar met deze kleine groep konden we een meer explorer-achtig kamp houden, dat wil zeggen een kamp waarbij we van plaats naar plaats trokken.

Na lang nadenken werd het plan opgevat om per fiets Nederland horizontaal te doorkruisen. We wilden beginnen in Rotterdam en uitkomen in de Achterhoek. Na een hoop voorbereiding werden er kampterreinen gevonden en gereserveerd en tochten uitgezet, en was de route klaar voor gebruik. Ook de fietsen van de scouts werden een paar weken vóór het zomerkamp nog een keer goed nagekeken en opgekalefaterd en er werd een spoedcursus bandenplakken gegeven. Nu was alles klaar. Het zomerkamp kon beginnen.

Zaterdag 20 Juli

Vandaag zou de eerste etappe genomen worden, van Rotterdam naar Maartensdijk, dat ligt vlak bij Bilthoven. Dus verzamelden de scouts Kris, Eva, Stefan, Koen, Darryl en Roos, en de leiding Judith, Meike, Sjoerd, Eric en Pieter zich al vroeg op het clubhuis. Om 9:00 uur was iedereen zo ver, en na nog een extra keertje banden oppompen en de ketting doorsmeren vertrok de stoet met scouts en leiding richting Maartensdijk.

Het was een flinke tocht naar Maartensdijk; 77 kilometer in totaal. Voor deze etappe was er nog geen moeilijke tocht uitgezet en reed de leiding voorop, wat al moeilijk genoeg bleek te zijn. Iedereen zette flink door en ook het weer zat goed mee, zodat het allemaal erg vlot ging. Bij Lunetten werd er een flinke pauze van een uur gehouden, en daarna ging de tocht in één keer door. En zo kwam de stoet om ±15:00 uur aan op het terrein van scoutinggroep Agger Martini. Dit was het terrein waar de welpen en kabouters op kamp waren, en we mochten daar twee dagen logeren. We hadden er een mooi eigen terreintje dat een beetje afgeschermd lag.

De tenten stonden al, en de scouts hoefden alleen nog maar het grondzeil vast te zetten. Daarna werd er eerst een even rustuurtje gehouden om bij te komen van de tocht. We hadden mazzel, want ’s avonds was er door de kookstaf van de welpen en kabouters lekker soep met brood en knakworstjes klaargemaakt, dus dat scheelde weer zelf koken. Na het eten deden we samen met de kabouters en welpen een potje levend kwartet. Tijdens de pauze kregen de scouts een brief van een zekere notaris meester H. Kamphuis, die hen uitnodigde om die avond naar de kampvuurkuil te komen in verband met een erfenis. Dat klonk spannend… Na het levend kwartet deden we het spel levend cluedo. Hiervoor moesten de groepjes van scouts, welpen en kabouters een moord oplossen door donkere lokalen op zoek naar aanwijzingen te gaan over wie de moord gepleegd kon hebben.

Toen het levend cluedo voorbij was gingen de scouts naar de kampvuurkuil, en daar stond inderdaad een notaris op hen te wachten, met een zwart koffertje met een hangslot… Alleen moesten we nog even wachten op iemand anders die ook uitgenodigd was. Deze dame kwam al snel aangelopen, druk babbelend tegen en blijkbaar erg tevreden met zichzelf. Ze stelde zichzelf voor als Angelique Hogervorst, maar ja, daar werd natuurlijk niemand wijzer van. Gelukkig kon de notaris het allemaal uitleggen. Hij vertelde dat hij namens de Weledelgestrenge Ingenieur de Heer Antonius Willibrordus van Hildgard kwam, die een verre afstammeling was van Vrouwe Hillegonda. Deze vermogende heer was pas geleden gestorven, en hij had een erfenis achtergelaten. Deze erfenis was voor de scouts van scoutinggroep Hillegersberg bestemd, maar alleen als zij konden bewijzen dat zij echte scouts waren. Anders zou de erfenis naar de nicht van de heer van Hildegard—mejuffrouw Petra Hogervorst—gaan. De scouts moesten zichzelf bewijzen door in één week 1000 punten te halen volgens de regels die in de erfenis stonden vastgesteld. De notaris moest hier op toe zien. Natuurlijk was mejuffrouw Hogervorst hier niet blij mee, want als dat niet zou lukken zou zij de erfenis van haar rijke oom niet krijgen. Aan de andere kant had zo ook niet veel vertrouwen in de scouts.

Nadat de notaris en mejuffrouw Hogervorst weg waren was het tijd om naar bed te gaan, de eerste nacht in de tent.

Zondag 21 Juli

Na het opstaan, wakker worden, en ontbijten, werd het kamp officieel geopend met het hijsen van de vlag en het opzetten van de wet. Daarna moesten de scouts eerst hun kampement inrichten—een keukentafel opzetten en de patrondekist netjes inruimen. Helaas begon het al snel te hozen, dus dat keukendak was ook wel echt nodig. Toen uiteindelijk alles stond gingen de scouts een fietsvlaggetje en een T-shirt maken. Het duurde natuurlijk wel even voordat die creatieve uitspattingen af waren, en het was dan ook pas ver in de middag toen alles af was. Ook de notaris kwam nog even langs om te controleren of alles volgens de reglementen verliep. Verder hebben we nog tussen de regenbuien door een hoop spelletjes gedaan.

Uiteindelijk begonnen de maagjes toch wel een beetje te knorren (vooral ook omdat de scouts hun snoep hadden moeten inleveren), dus werd het tijd om te gaan koken. Helaas kon dat vanwege het slechte weer niet op houtvuur, dus moest het maar op gas. Het kostte wel even wat moeite om de macaroni klaar te maken, maar uiteindelijk was het wel gelukt.

Nadat alles was afgewassen en opgeruimd gingen we samen met de welpen en kabouters het dierengeluidenspel doen. Gelukkig was het ondertussen droog geworden. De deelnemers moesten met z’n tweeën op zoek naar een aantal zeer rare dieren, zoals de verkouden olifant, de polifenario, en de schorre papegaai. Daarna was er nog samen met de kabouters en welpen een groot kampvuur, waarbij er ten minste door een groot koor gezongen kon worden. Nadat de kabouters en welpen naar bed waren gegaan, bleven wij natuurlijk nog even zitten totdat het ook tijd voor ons was om naar bed te gaan.

Maandag 22 Juli

Tsja, we hadden nu al twee nachten op hetzelfde kampterrein gestaan, terwijl het natuurlijk een fietskamp moest worden. Dus werd het tijd om weer verder te gaan. Dit keer ging de tocht naar Hoenderloo. Maar eerst moest natuurlijk het hele kampement afgebroken worden. Nou ja, de leiding fietste niet mee, dus die braken het grootste deel af. Toen de tent van de scouts opgeruimd was werd het tijd voor de briefing.

De bedoeling was namelijk dat de scouts een coördinaat kregen om naar toe te fietsen. Als zij daar dan waren moesten ze een vraag beantwoorden over die plek en dat doorbellen naar de leiding, en die gaf dan een nieuw coördinaat door. De enige moeilijkheid was dat de kaart een nogal raar coördinatensysteem had dat van boven naar onder liep en hele grote hokjes waar geen kaarthoekmeter op past. Dus moest er eerst met een alternatieve kaarthoekmeter geleerd worden om te gaan.

Toen dat allemaal duidelijk was, gingen de scouts op weg. Terwijl ze uitgezwaaid werden door de kabouters en welpen vertrok de stoet fietsvlaggetjes naar het eerste coördinaat. Het kaartlezen ging erg goed, alleen het eerste coördinaat was toch wel lastig om te vinden. De scouts stonden wel op de goede weg, alleen het precieze punt was wat moeilijk te vinden. Na vier keer heen en weer gebeld te hebben met de leiding begon het allemaal wel erg lang te duren, dus kregen ze het volgende coördinaat.

Gelukkig bleek het wat te makkelijker zijn om dit volgende punt te vinden. Ook het punt erna, waar Judith en Meike op post zaten, bleek niet zo moeilijk te zijn. En de volgende twee coördinaten waren ook goed te vinden, zodat de fietstocht voorspoedig verliep, en de scouts relatief makkelijk bij het kampterrein terecht kwamen.

De tocht die de scouts hadden uitgezocht was wel erg lang, in totaal 89 kilometer! Het is dan ook geen wonder dat ze pas tegen 20:00 uur op het kampterrein in Hoenderloo aankwamen. Gelukkig stonden de tenten al en was het eten ook bijna klaar. Vooral Darryl liet zich de aardappels met hamburgers goed smaken, oordelend naar de hoeveelheid die hij at. Na het avondeten werd het kampement nog wat verder ingericht en zaten we nog wat rond de olielampen. En daarna was het al tijd om naar bed te gaan.

Dinsdag 23 Juli

Vandaag zou er weer een etappe afgelegd worden, namelijk Hoenderloo–Eerbeek. Maar dit keer was het voor de variatie een wandeltocht in plaats van een fietstocht. Niettemin zou deze tocht toch wel het grootste deel van de dag in beslag gaan nemen, dus hoewel het kampement er eigenlijk pas net stond werd direct na het opstaan al weer een begin gemaakt met het afbreken ervan. Na het ontbijt en het afbreken moesten alle spullen nog even naar het busje gesleept worden dat een paar honderd meter verderop stond, en daarna waren de scouts klaar voor wederom een barre tocht.

Bepakt en bezakt kregen de scouts de route. Die bestond uit een beschrijving, een kruispuntenroute in de vorm van een doolhof, een normale kruispuntenroute, en een gradenroute. Dat klinkt allemaal vrij eenvoudig, maar toch keek Kris wel even moeilijk. Toch ging het zestal na enig nadenken weer op pad, alhoewel het tempo er na de zware fietstocht van de vorige dag wel een beetje uit was.

Ondertussen fietsten Sjoerd en Pieter naar de plek voor post 1. Deze was gelegen na een lastig stukje in de route waar de scouts door een bos met een heleboel kleine paadjes gestuurd werden. Na dit bos kwamen ze op een fietspad alwaar ze links moesten gaan, en dat was tevens het einde van de doolhofroute. Gelukkig liepen de scouts de routebeschrijving en het doolhof helemaal goed, ja zelfs de moeilijke route door het bos. Jammer genoeg liepen ze dan weer bij het laatste kruispunt, aangekomen op het fietspad en 100 meter voor de post, naar rechts waar ze eigenlijk naar links hadden gemoeten, zodat het wel erg lang begon te duren voordat ze op de post waren. Op een goed moment kwamen ze er niet meer uit en besloten ze maar om iemand aan te schieten (de boswachter wilde helaas niet meewerken met aangeschoten worden) en naar de leiding te bellen. Dus uiteindelijk vonden Sjoerd en Pieter de scouts op 500 meter van het kampterrein. Stefan was ondertussen een beetje ziekjes dus werd maar besloten om hem op te pikken met het busje, terwijl Sjoerd de harde kern van de scouts op weg hielp naar post 1.

Vanaf post 1 werd de weg geleid middels een kruispuntenroute die op het eerste gezicht vrij simpel leek. Schijn bedriegt echter, want toen Sjoerd en Pieter een half uurtje nadat de scouts weer op weg waren gestuurd naar post 2 fietsten kwamen ze een groepje scouts tegen. Dat was op zich niet zo gek, want er liepen een heleboel groepje scouts rond in de Hoenderloose bossen, maar dit groepje scouts was een groepje Hillegersberg scouts dat anderhalve kilometer eerder een afslag had moeten nemen. Tsja, de sportieve prestatie van de dag ervoor had blijkbaar toch wel z’n tol geëst, en dus besloten Sjoerd en Pieter om maar gezellig mee te lopen.

Dus zo ging de tocht met een ietwat alternatieve deelnemers en een ietwat alternatieve route verder richting Eerbeek. Helaas ligt er ergens tussen Hoenderloo en Eerbeek een snelweg die overgestoken moet worden, dus op een gegeven moment dook de stoet het bos weer in richting het wildviaduct. Nu loopt daar eigenlijk geen pad overheen, maar wij scouts kunnen natuurlijk ook wel een beetje als wild beschouwd worden, dus gingen we er toch maar overheen.

Toen we uiteindelijk aan de overkant weer op een fatsoenlijk pad aankwamen, begon—na een korte rustpauze—de graden route. Deze bleek toch niet al te duidelijk te zijn, dus wat kleine afwijkingen aan de beschreven route werden door de leiding aangemoedigd. Na wederom enige tijd zo doorgesjokt te hebben begon het zachtjes te miezeren en begon de man met de houten hamer hard te slaan, want iedereen was spontaan hartstikke moe. Het verorberen van de voor een post geplande zak chips kon hier weinig verandering in brengen, en na nog een tijdje doorgelopen te hebben werd toch maar besloten om voor het laatste stuk het busje te bellen.

En terwijl het groepje uitgeputte scouts daar zo in het bos zat te wachten op het busje, drong het plotseling tot Eva door dat ze heel Nederland op eigen kracht horizontaal zouden doorkruisen, behalve dit ene stukje dat ze met de bus zouden doen. Dat idee stond haar niet zo aan, dus opperde ze het idee om dat laatste stuk toch maar te gaan lopen. Ook Roos vond dit na enige rust wel een puik plan, dus toen het busje uiteindelijk kwam gingen alleen de jongens mee, terwijl de meiden (met Pieter) het laatste stuk nog lopend aflegden.

Toen zij uiteindelijk in Eerbeek aankwamen was de miezer omgeslagen in stortregen, maar gelukkig stonden de tenten al (wat nog aardig wat voeten in de aarde had gehad) en was het eten bijna klaar. Dus even later dromde iedereen gezellig samen in de leidingtent alwaar de maaltijd genuttigd werd. Na het eten en de afwas werd er nog een BKV-tje gehouden in de leidingtent (Frank en Mirjam kwamen ook langs), en daarna werd het tijd om naar bed te gaan.

Woensdag 24 Juli

Woensdagochtend was de regen gelukkig over en liet de zon zich zelfs zien. Het terreintje was geleend van een vriendelijke boer, en we zouden hier twee nachten blijven staan. Dus deze ochtend kon alles gewoon overeind blijven. Na het ontbijt maakten iedereen zich klaar voor het uitje; dus lunchpakket, regenjassen, en zwemkleding gingen mee. Toen dat gebeurd was vertrokken we per fiets richting het centrum van de metropool Eerbeek. Daar aangekomen werd er besloten om eerst boodschappen te doen voor het avondeten, want de scouts (en de leiding) mochten zelf beslissen wat ze gingen eten. Na de supermarkt geplunderd te hebben werd besloten om ook de rest van Eerbeek onveilig te maken, dus de scouts werden losgelaten het centrum, en het duurde ook niet lang voordat ze allemaal in de plaatselijke snack/ijs-bar de cultuur van de Veluwe zaten te proeven.

Nadat iedereen weer zijn of haar vettaminen-peil had bijgewerkt, werd het tijd voor de volgende bezigheid, namelijk zwemmen. Daarvoor moest er nog wel eerst een stukje gefietst worden, naar het zwembad in Brummen. Aanvankelijk had de leiding er vrij veel moeite mee om Brummen te vinden, maar na een half uurtje stevig doortrappen werd het dan toch gevonden. Het zwembad was vrij eenvoudig, maar dankzij de vele speeltjes was het toch wel erg leuk en vloog de tijd voorbij. Toen iedereen weer goed en wel buiten stond bleek vreemd genoeg dat het bruine kleurtje dat iedereen tijdens kamp had gekregen weer een stuk minder was geworden. Niet getreurd, we gingen weer snel op huis aan want er moest gekookt worden—op houtvuur.

Dat was alweer een tijdje geleden dat we op houtvuur gekookt hadden. Normaal doen we het op zomerkamp iedere dag, maar dat was nu een beetje lastig met al die lange fietstochten. Gelukkig was het de hele dag droog en zonnig geweest, dus kostte het niet veel moeite om in het bos achter het terrein een hoop droog hout te vinden. Na flink wat gehak en gezaag en secuur opgebouw stond er een mooi pagodevuurtje klaar om aangestoken te worden, en een paar lucifers later stond het dan ook daadwerkelijk in de fik.

Na nog enige consternatie met groene zeep waarbij Pieter per ongeluk wat van dat spul in Roos haar oog smeerde, kon er toch smakelijk gegeten worden. Na de afwas kwam de notaris nog een keer langs, en ook mejuffrouw Hogervorst was weer van de partij. Die begreep niet veel van het hele gedoe met koken op houtvuur en slapen in tenten, maar de notaris vond het allemaal prachtig en gaf er behoorlijk wat punten voor. Zoveel zelfs dat mejuffrouw Hogervorst toch wel even schrok, want als dat zo doorging zou die erfenis haar mooi door de neus geboord worden. Dus toen iedereen even niet keek greep ze vlug de kraaltjes en gooide ze in het bos neer. Gelukkig had de notaris dit ook gezien, en door middel van en sluipspel konden ze weer allemaal terugverdiend worden (op die twee kraaltjes naar die Eva verloren had tijdens het spel).

Na dit spel was het ondertussen al echt donker geworden, toch was het tijd voor nog een spel. Al gauw verspreidden de verschillende groepjes zich over het terrein. Vreemd genoeg kwamen niet alle groepjes terug. Toen de overgebleven groepjes gingen zoeken kwamen ook die niet terug, zodat uiteindelijk alleen het groepje van Stefan en Eva overbleef…dat was niet helemaal pluis. Dus toen gingen ze vlug naar de leiding toe, maar die was ook ineens verdwenen! Wel was Roos er nog die lag in de tent. Met z’n drieën gingen ze toen gewapend met stokken op zoek naar de rest. Uiteindelijk besloten ze maar om bij een huis aan te bellen. Maar plotseling kwam de rest van de groep uit het busje gestormd. Het bleek allemaal een kampdoop te zijn om de nieuwelingen op kamp (Roos en Stefan) in te wijden.

Daarna werd er nog even rond het kampvuur gezeten om van de schrik te bekomen. En daarna was het weer tijd om naar bed te gaan.

Donderdag 25 Juli

Donderdag was een spannende dag, want de laatste etappe van de tocht zou gereden gaan worden; van Eerbeek naar Zelhem. Deze etappe zou wederom gefietst gaan worden en wel aan de hand van een fototocht. Deze etappe was weliswaar korter dan de rest—zo’n 40 kilometer—maar toch moest er na het wakker worden weer haast worden gemaakt met alles inpakken en opruimen. Toen alles ingepakt was (inclusief de fietstas van Stefan) was kon de tocht beginnen. Er moest eerst nog even gezocht worden naar de plek waar de beginfoto was gemaakt (direct naast het veldje), maar toe die eenmaal gevonden was gingen de scouts weer op weg.

Al snel klopte de tocht niet meer; er stond een foto tussen van een bordje wat er helemaal niet in het echt stond. Later bleek dat ze dit bordje hadden weggehaald binnen de maand nadat de foto was genomen. Gelukkig klopte de rest van de tocht wel weer, zodat verder het enige probleem de kapotte fiets van Darryl was. Gelukkig kon hij er mee doorfietsen tot in Brummen, waar ze met het pontje de IJssel moesten oversteken naar Bronkhorst. Daar aan de overkant zat een post zodat er gebeld kon worden om een nieuwe fiets. Nadat die door het busje gebracht was kon de tocht richting Zelhem hervat worden.

Dat ging bijna helemaal goed, totdat er op een goed fout moment een rotonde kwam waarvan in de route stond dat scouts naar rechts moesten gaan, terwijl er eigenlijk had moeten staan dat ze rechtdoor moesten gaan. Dus werd er een omweggetje richting Doetinchem gemaakt, wat natuurlijk ook leuk maar niet de bedoeling was. Uiteindelijk vonden ze toch de weg terug, en zo kwamen ze om ongeveer 15:30 uur aan op het kampterrein. Op dit terrein op Landgoed ’t Zand stonden al een paar scoutinggroepen, maar gelukkig konden we er nog wel bij. De vader van Eva stond er al te wachten, want Eva ging jammer genoeg een dagje eerder weg. De rest van het ploegje ging lekker liggen uitrusten, behalve Kris en Koen die wat energie overhadden en een hudo in elkaar gingen knutselen.

Nadat iedereen lekker was uitgerust werd het kampement verder opgebouwd, en daarna werd met het avondeten begonnen. Toen dat verorberd was en de afwas afgewassen gingen we het ridderspel spelen: twee tegenstanders geblinddoekt en met een paar meter lang touw aan een paaltje gebonden. Dan krijgen ze een "zwaard" (opgerolde krant) en worden ze uit elkaar gezet. Wie iemand anders het eerst aanraakt met zijn "zwaard" heeft dan gewonnen. Dat was erg spannend, want het publiek moest muisstil zijn omdat de "ridders" elkaar anders niet konden horen. Ook de notaris kwam nog even langs om te kijken en een balans op te maken van de punten. Dat bleken er 830 te zijn, dus er moesten vrijdag nog 170 punten verdiend worden….

Vrijdag 26 Juli

Vrijdagochtend, nadat we voor de verandering eens rustig aan konden doen, kwam de notaris al direct na het ontbijt langs. Hij had een groot aantal opdrachten waarmee punten verdiend konden worden, en dat was nodig om de resterende 130 punten te bemachtigen. De opdrachten verschilden van simpele dingen als een kopje thee voor de leiding zetten tot—blijkbaar—ingewikkelde dingen als een toneelstukje bedenken en uitvoeren. Na een lange zonnige ochtend hiermee bezig te zijn geweest was het tijd voor de lunch en daarna het rustuurtje.

’s Middags werden er, wederom voor punten, allerhande fiets-spelletjes gedaan. Gecombineerd met water kan dat nog erg lastig zijn. Toen dit afgelopen was moest er nog even hard gewerkt worden de slot-barbecue van die avond te regelen; er moest hout gezocht worden (nou ja, dat was niet zo ver zoeken), hout gehakt, eten voorbereid, en kribvuur gebouwd worden. En ondertussen moest de leiding natuurlijk nog nat gegooid worden. Maar de barbecue smaakte erg goed en het werd erg gezellig. Na de barbecue—en de afwas natuurlijk, kwam de notaris weer langs, samen met mejuffrouw Hogervorst. Het bleek dat de scouts ruim voldoende punten hadden verdiend en de inhoud van het koffertje in ontvangst mochten nemen. Die bleek te bestaan uit gouden fietsbellen. Mejuffrouw Hogervorst baalde natuurlijk als een stekker, maar ja, de scouts hadden het eerlijk verdiend. Ondertussen was het alweer erg laat geworden, dus na nog even rond de olielampen wat gekletst en gezongen te hebben was het weer tijd om naar bed te gaan.

Zaterdag 27 Juli

Hoewel het kamp al een week duurde leek het net of het nog maar pas begonnen was. Helaas moesten we toch weer terug naar huis, en dat wilden we met de trein doen. Dus zaterdagochtend moest er flink aangepakt worden om alles ingepakt te krijgen zodat we de trein niet zouden missen. Dat ging erg goed, zodat we uiteindelijk 40 minuten voor lagen op schema toe we wegfietsten, op naar Doetinchem waar de trein zouden pakken.

Eenmaal in Doetinchem aangekomen stond het busje daar op ons te wachten om zo veel mogelijk fietsen in te laden, zodat we die niet mee hoefden te slepen in de trein. Ze pasten er bijna allemaal in, op twee na uiteindelijk. Ton vertrok het busje richting Rotterdam en gingen de vijf overgebleven scouts met Meike en Pieter op de trein wachten. Dat bleek een boemel van een concurrent van de NS te zijn, en die bracht ons naar Arnhem. Daar pakten we de sneltrein naar Utrecht, die al bomvol zat met mensen die naar het zomercarnaval in Rotterdam wilden gaan. Maar goed, door met z’n allen op het balkon en in de coupé te gaan staan paste het allemaal wel. Op Utrecht werd dit wat lastiger, daar pasten we letterlijk niet meer in de trein naar Rotterdam. Gelukkig wisten de meeste mensen niet dat er ook een stoptrein reed, dus daar was het vrij rustig, al hoewel die er wel wat langer over deed. Aangekomen op station Noord moesten we nog een stukje lopen naar het clubhuis. We moesten nog wel even op de ouders wachten, want ondanks alles waren we een uurtje te vroeg aangekomen….

Maar uiteindelijk kwamen de ouders, en ging iedereen naar huis, en kwam er een eind aan een vermoeiend, sportief, en gezellig zomerkamp 2002.