Speuren naar Lange Doener

Een week verder en Lange Doener was nog steeds zoek. Aan de Bevers en hun leiding om sporen te zoeken.

Maar ze stonden er gelukkig weer niet alleen voor. Deze week was, zoals Lappezak de week ervoor beloofd had, mevrouw Pompedomp van de partij. Ze vertelde dat zij naast zingen, koken en schoonmaken ook heel goed kon spoorzoeken. Om dit extra kracht bij te zetten had ze een vergrootglas bij zich, waarmee ze de grond al een beetje had geinspecteerd.

Ze vroeg ons om te helpen met de rest van het terrein. Na even terug te lopen naar Hotsjietonia, had mevrouw Pompedomp voor ieder van de Bevers en de leiding een vergrootglas. Als gekken gingen we met het vergrootglas het terrein afspeuren, om maar een spoortje van de kidnapper – of Lange Doener – te vinden. Het mocht allemaal niet baten, de zoektocht van vorige week had waarschijnlijk de enige aanwijzing die er te vinden was opgeleverd. Niks hadden we gevonden, geen enkel spoortje.

Teleurgesteld ging mevrouw Pompedomp met de Bevers naar binnen. Maar daar kwam ze al snel op een idee, ze moesten namelijk hun zintuigen goed gaan trainen, aangezien dat heel belangrijk was met spoorzoeken! Dus de Bevers kregen een blinddoek voor hun ogen en moesten allerlei verschillende producten ruiken, voelen en proeven, wat ze erg goed deden! Chocoladepoeder, brood, poedersuiker en een soort van Ketjap kwamen voorbij, en alleen de moeilijkste dingen raadden de Bevers niet. Dit maakte mevrouw Pompedomp wel wat zekerder dat we een spoor zouden vinden. Ze was verbaasd was hoe goed de Bevers waren.

Om de spieren weer even wat los te maken gingen de Bevers buiten even de benen strekken met een aantal potjes ‘Prinses en de draak’. Ook mevrouw Pompedomp deed een rondje mee.Terug in het clubhuis was het volgende spel aan de beurt, de Bevers moesten in teams van twee van de ene kant van het lokaal naar de andere kant komen, maar wel op een speciale manier. Één Bever kon namelijk telkens niet zien en de ander kon niet lopen. Zo moesten ze elkaar helpen naar de overkant te komen. Al snel werd de ‘kruiwagen’-tactiek toegepast, waardoor alle drie de teams zonder (al te veel) kleerscheuren aan de andere kant van het lokaal kwamen.

Direct erna was het Grote Wiel-spel aan de beurt, waarbij er een tekening op de grond werd gemaakt en als de lichten dan uit werden gedaan moesten de Bevers in deze tekening gaan staan. Dit werd steeds lastiger gemaakt door dat er stukken werden doorgestreept. Daar mocht je dan niet meer op gaan staan.

Maar lang waren we hier niet mee bezig, want een van de de leiding kwam namelijk op een idee waar mevrouw Pompedomp op dat moment eigenlijk helemaal geen oren naar had. Hij wilde met een paarse ‘Blacklight’ zoals dat heet, het lokaal gaan onderzoeken in het donker. De Bevers waren meteen enthousiast, mevrouw Pompedomp wat minder, maar al mopperend werd het licht uitgedaan en gingen de Bevers onder leiding van mevrouw Pompedomp in de rechterhoek van het lokaal speuren.

Daar stuitten zij op sporen die zonder Blacklight nooit gevonden waren! Op de muur van het lokaal stond ‘het is..’ geschreven. Had
Lange Doener die woorden achtergelaten?

Om dat verder uit te zoeken, zijn we verder gaan speuren langs de muur, waarbij we al snel een handafdruk vonden! De spanning steeg, want er waren dus al twee sporen gevonden. Een stukje verderop was er een voetafdruk op de grond gevonden. Een grote maat, we wisten niet zeker of het de voetstap van Lange Doener was of misschien wel van de kidnapper. Even verderop vonden we op een kist die in het lokaal stond een pijl die naar de kast van de Explorers wees. Snel liepen we daarheen, en de geopende kastdeur van de Explorers wees naar de nooduitgang. Die openden we, maar de teleurstelling was groot, want dat stukje hadden wij eigenlijk al in het begin van de opkomst grondig doorzocht.

Mevrouw Pompedomp kwam toen opeens op een idee, namelijk om de kastdeur te sluiten, zodat de pijl in plaats van naar de nooduitgang naar de linkerkant van het lokaal wees! De nooduitgang werd weer gesloten, zodat het weer donker was in het lokaal. Daar, aan de zijkant van de Scouts-kast, stond weer iets geschreven, namelijk ‘Vind F. Scheurema..’. Hier mee werd na even nadenken natuurlijk Frederik Scheuremaar bedoeld, volgens mevrouw Pompedomp. Waarom was alleen een groot raadsel. Dus gingen we maar snel verder zoeken.

Op de Scouts-kast stond ergens heel laag nog een pijl gekrast. Deze wees eveneens naar de linkerhoek. Daar gingen we dus maar snel naartoe! ‘Zoek!’ stond er in grote letters op de muur. Dat deden we toen met de lamp, waarbij een van de Bevers een kruisje op het plafond vond. Het kruisje was boven een plank te vinden. Een van de leiding sprong op een stoel om de plank, die vol met knuffels en tekeningen lag, te onderzoeken. En toen had hij beet! Er lag een verfrommeld stuk papier op het plankje dat daar niet thuis hoorde.

Snel ontvouwde mevrouw Pompedomp het stukje papier en kwam tot de teleurstellende conclusie dat het een tekst bevatte die in codetaal was geschreven. Geen enkel woord was te begrijpen. Maar toen klikte er wat bij mevrouw Pompedomp. Codetaal! De vraag van Lange Doener op de zijkant van de Scouts-kast om Frederik Scheuremaar te vinden.

Mevrouw Pompedomp had namelijk het geheime talent om sporen te vinden. Maar het geheime talent van Frederik Scheuremaar was heel anders, namelijk codes kraken! Dáárom wilde Lange Doener dat Frederik gevonden werd! Mevrouw Pompedomp wist alleen te vertellen dat Frederik al ruim drie weken op vakantie was en over een aantal dagen pas zou terugkeren. Ze verzekerde de Bevers en de leiding dat, als hij terugkeerde van zijn vakantie, zij hem gelijk naar hun zou sturen.

We moeten dus nóg een week wachten tot we Lange Doener terug zouden kunnen vinden.