Na de eerste week wat jonge boompjes met een tuinschaar en hier en daar een zaag te hebben gesnoeid, was het deze keer tijd voor het echte werk: we gingen bomen rooien!
Maar eerst gingen de Scouts helpen om een slootje uit te baggeren, zodat alle plantenresten van het vorige seizoen eruit waren en het jonge groen weer een kansje kreeg om te gaan groeien. Terwijl de helft van de Scouts daarmee aan de slag was, kreeg de andere helft een rondleiding over het hoe en waarom van dood hout.
En daarna was het dan echt tijd om bomen te gaan omhalen. Als er namelijk te veel bomen groeien op een klein gebied, dan krijgen ze geen van alle voldoende licht. Dus moesten er een paar uit. De vrijwilligers van het Kralingse Bos legden ons eerst uit hoe je ervoor moet zorgen dat de boom de kant op valt die jij wilt, en toen gingen de Scouts aan de slag – uiteraard onder het wakend oog van de vrijwilligers (en de leiding).
Natuurlijk laat je als goed Scout een omgezaagde boom niet zomaar rondslingeren, dus hebben we flink de handen uit de mouwen gestoken om die in stukjes te zagen – al dan niet in een wedstrijdje – en de stukken netjes over het gebied te versprijden of in een ril te steken.