Het groepsweekend van 2009 brachten we door in Delft. Zaterdag begon lekker met spelletjes, maar tijdens de lunch kwam er ineens een rare gast in een witte jas aanlopen, die zich voorstelde als de Oostenrijkse wetenschapper Dr. Dreistein. Het bleek dat hij onderzoek deed naar de vreemde lichten en radiosignalen die in de omgeving waren gesignaleerd. Ook liet hij een stuk metaal zien dat hij had gevonden en vertelde hij dat hij probeerde zo veel mogelijk hiervan te verzamelen.
Nou, daar wilden we natuurlijk wel mee helpen. Zeker als we ook in het boek genoemd zouden worden dat de dr. erover zou schrijven. Dus we gingen op zoek naar de metaalsporen en al gauw bleek het hele gebied er vol mee te liggen. Sterker nog, op een gegeven moment vonden we zelfs iets dat op een onderdeel van een ruimteschip leek, en een stuk later allerlei vreemde symbolen in het zand. En een boodschap in een of ander raar schrift. Gelukkig konden we dat ontcijferen. Het bleek te gaan om een noodoproep van een alien, die pech had met zijn ruimteschip en niet meer terugkon.
Toen we dat later aan Dr. Dreistein vertelden, kwamen er ineens twee FBI-agenten binnenvallen. Die waren vanwege ‘een matter of state security’ ook op zoek naar de alien en ze lieten een filmpje zien van allerlei lichtbollen die in de buurt waren gesignaleerd. Maar al snel bleek dat ze niet zulke goede bedoelingen hadden. Ze wilden de alien namelijk vangen om hem te onderzoeken.
Toen de FBI weer weg was, besloten we een kampvuurtje te maken in de hoop dat de alien daar naartoe zou komen. En jawel, op een gegeven moment stond er een heus buitenaards wezen bij het kampvuur! Het praten ging eerst wat lastig, maar op een gegeven moment legde de alien een telepathische verbinding met Dr. Dreistein en konden ze met elkaar kakelen.
Maar opeens was de FBI er weer. Gelukkig konden we die met zijn allen afleiden zodat de alien weg kon komen. Toen de FBI ook weer afgedropen was, vertelde Dr. Dreistein dat de alien probeerde terug te komen bij zijn moederschip, dat rond de aarde cirkelde. Daarom zou de dr. proberen om via een satellietontvanger contact te leggen. Met die gedachte gingen we allemaal lekker naar bed.
De volgende dag bleek het toch weer allemaal wat lastiger zijn dan onze wetenschapper had gezegd. Eerst moesten we allemaal een hoedje maken van aluminiumfolie om onze hersenen te beschermen tegen de straling van de satellietontvanger. En ja, je wil natuurlijk niet voor gek staan, dus waren we er wel een tijdje zoet mee om ze te versieren. En toen we er eindelijk klaar voor waren, kwam er wel een hoop rook uit de zender, maar geen straling en zeker geen contact met het moederschip van de alien.
Dr. Dreistein vertelde toen dat dit kwam omdat de parametrische vierbands equalizer met intuïtieve bediening ontbrak. Gelukkig was deze uitgerust met een gps-zender, en konden we met zijn allen op zoek naar dit stukje elektronica.
Maar hoe we ook zochten, de parametrische vierbands equalizer met intuïtieve bediening was nergens te bekennen. Dus dropen we maar weer af naar het clubhuis. Gelukkig had Dr. Dreistein opnieuw contact gehad met de alien en hadden ze samen se zender gerepareerd met een vleugje buitenaards technologie. Toen iedereen zijn hersenpan weer had ingepakt in aluminiumfolie, konden we weer een nieuwe zendpoging wagen. En jawel, dit keer schalde het ondertussen bekende ‘kèkèkèkèkè’ van de aliens uit de satellietontvanger.
De wetenschapper sprak op die manier een plaats af waar het moederschip de alien op kon komen pikken, waar we snel met zijn allen naartoe gingen. Daar kwam ineens een vreemd glimmend voertuig aan, waar de alien snel instapte. Maar toen dreigde het alsnog mis te gaan, want ineens kwam de FBI aanrennen. Gelukkig zette Dr. Dreistein snel de satellietzender aan, waar de FBI wegens gebrek aan aluminiumfoliehoedjes niet tegen kon. De agenten wisten niet hoe snel ze zich uit de voeten moesten maken en de aliens waren gered.
Toen was het voor ons zelf tijd geworden om te vliegen, dat wil zeggen overvliegen. Twee Bevers gingen naar de WEK, twee Kabouters naar de Scouts, en een Scout vloog zowel naar de WEK als naar de Explorers. Daarna wensten we elkaar nog een fijne week en ging iedereen naar huis.