Na een weekje geen opkomst leek het vandaag alsof er een Scouting-herintroductie nodig was bij de Bevers: bijna niemand leek nog te weten wat de normale starttijd van een opkomst was, zodat we bij het begin maar met vier Bevers waren.
Ook qua leiding hadden de Bevers het vandaag trouwens niet breed, want maar twee van de vier waren er op komen dagen (Max en Eva). Maar na het openingslied en -dansje kwamen er twee legerofficieren – Kapitein Poiesz en Commandant Neeleman – die deze tak van Scouting eens even goed zouden leren wat discipline en punctualiteit inhielden. Gelukkig kwamen er zowaar nog drie van de vaste Bevers binnendruppelen die snel aanschoven bij het kleine clubje. De Kapitein ontzag ze voor deze ene keer nog, maar sprak ze streng toe zodat het niet nog een keer zou gebeuren. Daarna ging ze verder met een heel verhaal van discipline en wat al nog niet meer. Ook de Commandant was streng: nadat Eva haar mond voorbij praatte, beval hij haar tien keer op te drukken om te leren haar hand op te steken als ze iets wilde zeggen (helaas lieten de Kapitein en de Commandant deze arme Bever-leidster de rest van de opkomst niet meer met rust. Ze heeft maar liefst zes(!) keer moeten opdrukken wegens allerlei soorten van insubordinatie zoals het slecht uitvoeren van een oefening, het praten zonder hiervoor toestemming te vragen, het te laat komen en ga zo maar door).
De Kapitein en haar Commandant leken van de Bevers ware soldaten te willen maken, en wijdden dan ook uit over wat er allemaal belangrijk is voor een soldaat wil je overleven in vijandig gebied. Het was maar goed voor de Kapitein dat de Commandant erbij was, aangezien hij haar zinnen nogal vaak moest afmaken. Je kan je dus afvragen hoeveel verstand de Kapitein er zelf van had…maar goed, dit terzijde. De Bevers moesten allerlei legerdingen doen: van een hut bouwen die zowel als camouflage als overlevingsplek diende, tot aan een waar drill-parcours afleggen. De enige die protesteerden, waren de leiding. Kribbig en balend van de modder gingen ze met veel tegenzin het parcours tegemoet. Als klap op de vuurpijl lieten de Kapitein en haar Commandant ook zélf nog even zien hoe het moest en ploegden vastberaden en in recordtijd nog even over het parcours.
Maar zoals bij een goede opvoeding hoort, werd ook van deze soldaten-in-opleiding verwacht de rotzooi achter zich op te ruimen. Dus gingen de Bevers als hazen (ze hadden 10 minuten gekregen) aan de slag om alles op te ruimen. Tot de grote verbazing van de Kapitein lukte dat nog ook.
Vol lof over de afgelopen 2,5 uur sprak de Kapitein de manschappen toe, al leek ze geheel expres de leiding over te slaan, die hierdoor een zucht van verlichting slaakten. Toen informeerde de Commandant aan de Kapitein dat het hoog tijd was om te vertrekken, de tijd zat erop. Met enige tegenzin staakte ze haar toespraak en vertrokken de officieren uit het clubhuis terwijl de Bevers als ware soldaten salueerden.
Dat was nog eens een andere opkomst dan normaal!