Vrijdagavond de 16e verzamelden de stam en de explorers zich op het clubhuis. Het doel; het terrein omtoveren in een apekooi voor de scouts, bevers, welen en kabouters. Gewapend met driedimensionale computermodellen, touw en pionierpalen gingen de stamleden aan de slag. Na vier uur doorwerken was het allemaal klaar.
’s Nachts gingen als extraatje nog de hemelsluizen volldig open. Toen de scouts ’s ochtends aankwamen, zaten alle sjorringen dan ook extra strak en konden het spel beginnen. Ook tijdens de opkomst bleef het niet droog, maar daar trokken de scouts zich weinig van aan. Alleen begonnen ze er langzaam aan zwart uit te zien van de modder.
Na de scouts was het de beurt aan de bevers en de welpen en kabouters. Nadat zij er de hele middag gespeeld hadden, rukte de stam weer aan om alles op te ruimen.
